Elk kind is anders. Elk kind leert anders. Elk kind heeft recht op zorg en sommige kinderen vragen meer zorg dan anderen.
Het hoofddoel van onze school is dat alle leerlingen zich volledig kunnen ontplooien. Hier zetten onze leerkrachten dan ook sterk op in. We leggen het accent op een krachtige leeromgeving met verschillende werkvormen. We vinden het belangrijk om een uitdagend leer- en leefklimaat te creëren voor al onze kinderen.
Een gedifferentieerde aanpak voor kinderen met leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden is, naast ons hoofddoel, net zo belangrijk. Planmatig werken aan een zorgzame school kenmerkt een zorg brede school. Alle kinderen krijgen optimale kansen en kunnen zich vanuit hun eigen mogelijkheden ontwikkelen. Kinderen die risico's lopen in hun ontwikkeling of kinderen met een bedreigde leertijd worden tijdig opgespoord, begeleid en opgevolgd. Door een structurele aanpak en een gepersonaliseerde benadering stemmen wij ons onderwijs af op de zorgvragen en de noden van onze kinderen.
Het uitdragen van ons zorgbeleid is een opdracht en een gedeelde zorg voor het hele team. De zorgcultuur in onze school kan verder groeien door coördinatie van het zorgteam en regelmatig teamoverleg, door ondersteuning en door ons bij te scholen om zo steeds te groeien. Hiervoor werken we nauwgezet samen met ouders, het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), ondersteuners van het leersteuncentrum Kosmos, pedagogische begeleiders, externe hulpverleners en uiteraard de leerling zelf.
De klasleerkracht is de spilfiguur in dit verhaal, het zorgteam de ondersteuning.
In plaats van ons te focussen op wat niet goed gaat en wat de mogelijke problemen zijn, vertrekken we van het positieve van het kind. Van daaruit zoeken we de mogelijkheden om de zorgvragen aan te pakken. Uiteraard staat dit steeds duidelijk in relatie met de vooropgestelde onderwijsbehoefte.
Samenwerking met CLB
Leerkrachten, ouders, leerlingen en CLB werken actief samen als partners, ieder vanuit hun eigen deskundigheid. De leraar is de onderwijsdeskundige, de ouders zien we als experts in opvoeding met de nodige ervaring.
Als school vinden we het belangrijk dat elk kind zich goed voelt en graag naar school komt. Binnen een veilige en geborgen sfeer besteden we aandacht aan de eigenheid van elk kind. We hebben oog voor de talenten van de kinderen en houden rekening met de noden van iedereen. Zo ondersteunen we een kind in zijn leer- en groeiproces.
Voor dit alles gebruiken we de zorgpiramide als leidraad
Onze vaste contactpersoon van het CLB is Eline van der Flaas. elinevanderflaas@vclb-kempen.be
De brede basiszorg vormt het grondbeginsel van de zorgpiramide. De onderwijsbehoefte van elk kind staat centraal om elke leerling optimale groeikansen te geven. De klasleerkracht speelt een cruciale rol en stimuleert de ontwikkeling van de leerling via een krachtige werkomgeving. Door preventief te werken, proberen we moeilijkheden te voorkomen. Door een onderscheid te maken in een gestructureerde aanpak op vlak van tempo, moeilijkheidsgraad en inhoud, biedt de leerkracht eerstelijnshulp binnen de klas. Op schoolniveau wordt er preventief aan deze basiszorg gewerkt door het op touw zetten van een aantal acties, bijvoorbeeld vrij lezen, KiVa (werken aan sociale vaardigheden), … Een veilig pedagogisch klimaat houdt ook rekening met de verschillen tussen leerlingen. Het gaat niet enkel om verschillen in culturele achtergrond, maar ook om verschillen in fysieke en psychologische ontwikkeling, verschillen in motivatie, leerstijlen, leervermogen en talenten. We volgen de ontwikkeling van onze leerlingen systematisch op aan de hand van toetsen, rapporten, groeiboekje, observatielijst, …
We maken foutenanalyses en gebruiken deze om het didactisch handelen te richten. Om de gegevens van al onze leerlingen bij te houden en te structureren, maken we gebruik van een online-systeem: Broekx-onweb. Dit systeem bevat voor elk leerlingendossier een administratief en een pedagogisch luik. Het administratieve gedeelte bevat persoonsgegevens van de leerling, zoals adres, telefoon, medische aspecten en gegevens over de afwezigheden. Het pedagogische gedeelte houdt de resultaten van de leerlingen systematisch bij. Het gaat dan over gegevens die voortkomen uit het leerlingvolgsysteem, gegevens over de sociale en emotionele ontwikkeling en de werkhouding, verslagen van oudergesprekken, gesprekken met externen, verslagen van externen… Door het verzamelen van al deze gegevens krijgen we zicht op de totale ontwikkeling van de leerlingen. Er is een voortdurende wisselwerking tussen de school, ouders en externen. De ouders worden nauw betrokken en hier leggen we de focus op het informeren en ondersteunen van de ouders. De ouders krijgen inspraak en maken mee beslissingen. De communicatie tussen ouders en school verloopt ofwel mondeling ofwel schriftelijk. Bij mondelinge communicatie zijn er formele en informele overlegmomenten. Bij meer uitgebreide gesprekken krijgen de ouders een schriftelijk document met de gemaakte afspraken.
Indien fase 0 niet voldoende blijkt te zijn, voorziet de leerkracht een verhoogde zorg voor de leerlingen met specifieke zorgvragen. We proberen dit bij voorkeur binnen de klascontext te organiseren en roepen hulp in van de zorgleerkracht, die voornamelijk ondersteuning zal bieden. Tijdens deze fase wordt er vaak samengewerkt met het CLB. Vanuit het CLB kan een trajectbegeleider de leerling met specifieke onderwijsbehoeften en de problematiek van dichtbij opvolgen. Er worden ook specifieke interventies uitgewerkt en er wordt met de klasleerkracht overlegd. De leerling blijft tijdens deze fase nog steeds zo veel mogelijk meedraaien in de klas. We observeren en analyseren de onderwijsbehoeften van de leerling. Hierbij houden we rekening met sterke leermomenten en bekijken we hoe we dit kunnen vergroten of bereiken. We kijken naar de noden van de leerling en het effect van de extra maatregelen op de leerling. Indien nodig sturen we deze bij. Het differentiëren gebeurt veel gerichter. Voor sommige leerlingen of groepjes leerlingen zal er extra gestimuleerd, geremedieerd of gecompenseerd worden.
De leerkracht blijft de spilfiguur, maar wordt ondersteund door de zorgleerkracht.
Als de maatregelen genomen in fase 1 niet werken, gaan we over naar fase 2 van de zorgpiramide. De maatregelen uit fase 1 blijven gelden, maar we gaan nog specifieker werken. Samen met het CLB bekijken we welke stappen er verder gezet kunnen worden. Er wordt naar alle betrokken partijen geluisterd; ouders, leerlingen, leerkrachten, externen... Iedereen kan hun bezorgdheden uiten en problemen melden. In deze fase is er vaak sprake van handelingsgerichte diagnostiek; er kan een diagnose gesteld worden door externe instanties. De leerkracht en het zorgteam bepalen de individuele aanpak op basis van de adviezen uit het diagnostisch traject. We zien wat haalbaar is in de klas en daarbuiten. Als het nodig is, kunnen er ook externe hulpverleners ingeschakeld worden. Dat zijn dan bijvoorbeeld logopedisten, kinesisten, psychologen, revalidatiecentra, maar ook ondersteuning vanuit het leersteuncentrum Kosmos is mogelijk. Er moet een planmatige aanpak opgesteld worden voor de leerling. Afhankelijk van de noden van de leerling nemen we stimulerende, remediërende, compenserende en/of dispenserende maatregelen. Iedereen krijgt een overzicht van alle maatregelen die tijdens het overleg worden vastgelegd. Soms is het noodzakelijk om een aangepast traject op te stellen, maar steeds binnen het gemeenschappelijk curriculum, binnen de gemeenschappelijke leerdoelen. Dit alles gebeurt in overleg met alle betrokken partijen.
Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften kan het jaar dubbelen, een vervroegde overstap naar 1B (wanneer een leerling al dubbelde) of schoolloopbaanversnelling overwogen worden. Het belang van de leerling staat altijd voorop. Dubbelen is alleen zinvol wanneer de onderwijsbehoeftes van de leerling zo goed als volledig samenvallen met het onderwijsaanbod van de klas die de leerling net heeft doorlopen. Dubbelen proberen we koste wat het kost te vermijden. De schoolloopbaan versnellen doen we ook alleen op basis van duidelijk vastgestelde onderwijsbehoeftes. In zulke situaties doorlopen we steeds een diagnostisch traject in samenwerking met het CLB. We organiseren constructieve contactmomenten met ouders en leerlingen en tenslotte overleggen we het besluit binnen de klassenraad.
Soms leveren onze inspanningen niet het gewenste resultaat. Er is geen evolutie meer merkbaar en de ontwikkeling van de leerling stagneert. De leerling functioneert niet beter ondanks de genomen maatregelen en zijn/haar welbevinden komt hierdoor in het gedrang. De draagkracht van de school wordt overschreden. Dan is het soms nodig om af te stappen van het gemeenschappelijke curriculum en om over te gaan naar een Individueel Aangepast Curriculum (IAC). Dit is enkel mogelijk na een verslag van het CLB. Het is ook mogelijk om ervoor te kiezen om de overstap naar een andere school te maken die beter kan inspelen op de behoeften van de leerling. Dit kan een gewone school zijn of een school voor buitengewoon onderwijs. Voor we overgaan tot dergelijk advies moeten eerst alle voorgaande stappen doorlopen zijn. Dit advies mag nooit onverwacht komen. We gaan hierbij samen op weg: ouders, leerkracht, leerling, zorgteam, directie en CLB.